
Als de perenbomen bloeien
Als de perenbomen bloeien
moet ik weer zijn waar ik begon
Daar de zilte zeelucht snuiven
en verdampen in de zon
Daar de schepen zien passeren
die verder dan de einder gaan
En nog Duitse woorden leren
die ik nu niet kan verstaan
Zal ik leven bij de dag,
die ongemerkt begonnen is
En omarmen wat ik had
en onder perenbloesem mis
Ik ga fietsen, ik ga lopen
op de grond die nog bestaat
Zal de tijd daar zien verzanden
en nooit en nooit is het te laat
Als de perenbomen bloeien,
juist als ik denk het komt niet meer,
ga ik met mijn vader praten,
heel gewoon zomaar een keer
Ga ik met mijn moeder lachen,
niemand snapt iets van de grap
Ik zal drie treden horen kraken
van mijn eigen zoldertrap
Laat me op mijn knieƫn vallen
en belanden in de klei
Daar door god worden gevonden
tussen koeien in een wei
Hand in hand met god wat lopen,
we ruiken de bloesem van de peer
En god zal alles van me weten
keer op keer op keer op keer
Laat de avond daar dan vallen,
laat me verdwijnen in de kleur
van perenbloesem die verwelkt
en zwanger is van zoete geur
Laat me daar dronken van geluk
verwaaien tot m'n laatste zucht
Laat me zilt en zoet vertrekken
onder een wolkeloze lucht
Geef me nooit terug aan de steden
Verlaat me achter op het land
waar de korenschoven wonen
in nabijheid van het strand
Laat me teruggaan, laat me blijven
maar laat me nooit meer verder gaan
Laat me leven onder de hemel
waar de perenbomen staan
