Mijn lichaam staat voor de kalender,
het ziet de maanden en het weet
Het zou een jas aan moeten trekken,
ik ben bewustzijn dat vergeet
Mijn lichaam zoekt naar het behagen,
het wil de tijden goed doorstaan
Ik zie het zitten, zie het lopen,
dichtbij en ver bij me vandaan

Mijn mond zoekt naar de juiste woorden
wanneer jouw pad het mijne kruist
Ze praat alsof ik ben gebleven,
ze is niet met me meeverhuisd
Ze kust zich in gedachten warmer,
mijn mond ze heeft het altijd koud
Ik glimlach als ik haar hoor zeggen
dat ze steeds verder van je houdt

Mijn ogen laten jou niet rusten,
ze deinen met jouw deinen mee
Ze zien een vrouw die zacht kan zuchten
wanneer de wind haar streelt aan zee
We lopen langs de frisse stranden,
geen mens ter aarde zucht als jij
Ik voel jouw veel te gave handen
en loop op afstand jou voorbij

Mijn lichaam gaat vanavond slapen
en jij slaapt waar je slapen wil
Je fluistert wat ik graag wil horen,
geluid is stil, geluid is stil
Er is geen hemelsbrede afstand,
er is niet eens een koude nacht
Je haar ligt warrig op het kussen
en god, je zucht, zo zacht, zo zacht