top of page

Verloren zoon

Niets kan mijn hart zozeer ontroeren
als wind die door de bomen gaat
Alsof de stilte die zo stil is
laat horen dat ze echt bestaat
Alsof een goddelijk verlangen
zich in het ruisen zacht vervult
En mij een ogenblik laat weten
dat alles aankomt op geduld

Alsof de goden woorden zoeken
om me te lokken zonder tijd
Naar oceanen zonder oever
die zout zijn van de eeuwigheid
Alsof de vormen me verlaten,
ze willen niets meer voor me doen
Het vormeloze hoor ik praten,
wat zonder naam is geeft een zoen

Niets kan mijn hart zo zacht beroeren
als de meester die niets zegt
Mijn hoofd ligt zwijgend in zijn handen,
ik heb me bij hem neergelegd
Alsof het altijd zo geweest is,
heel goddelijk en heel gewoon
Opeens herinneren mijn oren
verloren zoon, verloren zoon

Er hoeft geen morgen meer te komen
die mij opnieuw verlaten zal
De meester fluistert door de bomen
als wind zonder trompetgeschal
Er is een godgegeven lachen
in elke boom die ik zie staan
Ik voel de vingers van de meester
liefkozend door mijn haren gaan

bottom of page