top of page

Allereerste morgen
Tegen een decor van bladstille bomen
schemert de ochtend schuchter
Geluid moet nog geboren worden
en er is nog geen vorm te bekennen
Niet in de stad
en al helemaal niet
in velden of wegen
Zo ongeveer moet het geweest zijn,
die allereerste morgen
In diepste wezen ben ik god
en scheppen is mijn grote spel
Ik speel alleen,
de anderen, ze slapen,
als ze al bestaan
De krantenjongen is de waarschuwing
dat er een wereld is
Maar de wereld laat hier op zich wachten
Ik wacht hier niet, ik ben er
Tussen de stille bladeren
kom ik langzaam tevoorschijn,
vermomd als veel en alles
Maar zo ongeveer moet het geweest zijn,
ik kan niet meer bedrogen worden
Het einde der tijden zal nooit komen,
ze zijn bij mijn weten nooit begonnen
Ik ben, alleen
en alleen ik ben,
als ik al besta
bottom of page
