
Ik ben een droom
Ik ben een droom
die maar steeds niet wil ontwaken
Een droom die blijft geloven dat 'ie echt bestaat
De vogels zingen nu de morgen is gekomen,
ik draai me om alsof de wekker nog niet gaat
Ik ben een droom
die als een nevel door de tijden
glijdt, alsof de zonnestralen niet bestaan
Soms ben ik nachtmerrie en dan weer honingzoetig
Ik laat de werkelijkheid nooit bij me binnengaan
Ik ben een droom
in een wirwarweb van dromen
Ik ben al levenslange levens droom geweest
Ik droomde levens, droomde doden, nieuwe levens,
daar tussenin was ik een soort van dromengeest
Ik ben een droom,
in het diepste van mijn dromen,
die maar blijft dolen in een schimmig dromenrijk
Ik hoor de wekkers, in de verte, nader komen
terwijl ik dromerig naar gene zijde kijk
Ik ben een droom
met een grenzeloos verlangen
naar de dag, naar de morgen, naar de zon
Ik ben het wakker worden al zo vaak begonnen,
terwijl ik droomde dat het deze keer echt kon
Ik ben een droom
aan de oever van de morgen
Ik ben een droom aan de rand der dageraad
Ik ben nog loom, ik ben nog droom, ik ben nog wazig
Maar dromend voel ik dat er iets gebeuren gaat
Ik ben een droom
die verliefd is op de vogels,
die harder zingen dan ze ooit hebben gedaan
Ik ben een droom die de morgen wil omarmen
'k wil daarna nooit, nee nooit meer, slapen gaan
